’s Werelds grootste centrale banken vertonen divergentie in monetair beleid
Vorige week toonden ’s werelds grootste centrale banken verschillende benaderingen van monetair beleid, waarbij een gebrek aan synchronisatie in de wereldeconomie en een verscheidenheid aan economische cycli aan het licht kwamen.
De Europese Centrale Bank (ECB) verraste de markten met een renteverhoging en verslechterende inflatievooruitzichten, waardoor beleggers meer renteverhogingen in de eurozone inprijsden. Ondertussen verlaagde de centrale bank van China haar belangrijkste rentetarieven voor middellange leningen om de stagnerende economie te stimuleren, en de Bank of Japan handhaafde haar uiterst soepele beleid ondanks dat de inflatie boven de doelstelling lag.
De wandelcyclus van de Amerikaanse Federal Reserve is nog niet voltooid
Voor de renteverhoging door de ECB besloot de Amerikaanse Federal Reserve in juni een pauze in te lassen, maar gaf aan later dit jaar nog twee renteverhogingen door te voeren. Het economisch herstel van China kent uitdagingen, met een dalende binnenlandse en buitenlandse vraag die beleidsmakers ertoe aanzet om steunmaatregelen te nemen om de bedrijvigheid te doen herleven. De Japanse centrale bank voorziet een daling van de inflatie later dit jaar en heeft ervoor gekozen het beleid niet te normaliseren.
“Elke centrale bank [probeert] een oplossing te vinden voor haar eigen economie, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met overwegingen voor vanuit het buitenland opgelegde wijzigingen in de financiële voorwaarden”, zegt Erik Nielsen, Group Chief Economics Advisor bij UniCredit.