Marktmonitoring en prestaties
Beleggers letten donderdag goed op verschillende factoren. Deze omvatten het laatste beleidsbesluit van de Indonesische centrale bank, de inflatie van de consumentenprijzen, handelscijfers uit Hong Kong en gegevens over de producentenprijsinflatie uit Zuid-Korea.
Aan het begin van de Aziatische handelsdag kende MSCI’s breedste index van aandelen uit de regio Azië-Pacific, exclusief Japan, een daling van 0,6%. Dit volgde op de scherpe daling van de Amerikaanse aandelen tijdens de vorige sessie. Aan de andere kant kenden Amerikaanse aandelenfutures, met name de S&P 500 e-minis, een stijging van 0,17%. Australische aandelen daalden met 0,4%, en de Japanse Nikkei-aandelenindex daalde met 1,49%. De Chinese CSI300-index bleef stabiel in de vroege handel, maar ervaart de mogelijkheid van de slechtste wekelijkse prestatie in twaalf jaar en het vijfde opeenvolgende maandelijkse verlies.
De Hang Seng-index in Hongkong opende met een daling van 0,86%.
Rendementen op Wall Street en staatsobligaties
Wall Street kende halverwege de middag een plotselinge neergang, waarmee een einde kwam aan zijn indrukwekkende rally. De drie grote Amerikaanse aandelenindices, die eerder deze week een recordhoogte bereikten of bijna bereikten, sloten 1,3% tot 1,5% lager dan de slotkoers van dinsdag. De Dow Jones Industrial Average daalde met 1,27%, de S&P 500 verloor 1,47% en de Nasdaq Composite daalde met 1,5%.
Wat Amerikaanse staatsobligaties betreft, daalde het rendement op 10-jarige staatsobligaties naar 3,8603%, vergeleken met de slotkoers van woensdag op 3,877%, en bereikte daarmee het laagste punt in bijna vijf maanden als gevolg van de dalende rente op staatsobligaties wereldwijd na het loslaten van de Britse inflatie gegevens. De tweejaarsrente, die doorgaans stijgt in lijn met de verwachtingen van beleggers over hogere Fed-fondsrentes, bereikte 4,3503%, vergeleken met een Amerikaanse slotkoers van 4,369%.
Valuta’s en grondstoffen
In termen van valuta’s stond de dollarindex, die de dollar meet ten opzichte van een mandje valuta’s van belangrijke handelspartners, op 102,38. De dollar werd sterker ten opzichte van het pond sterling na de publicatie van Britse inflatiegegevens, wat de speculatie over renteverlagingen door de Bank of England aanwakkerde. Het pond sterling werd echter verhandeld tegen $1,2644, een stijging van 0,06% op de dag, terwijl de euro met 0,1% steeg naar $1,0949.
Binnen de grondstoffenmarkt schommelde ruwe Brent-olie, de mondiale oliebenchmark, net boven de $80 per vat als gevolg van zorgen over verstoringen van de wereldhandel en geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten na aanvallen op schepen in de Rode Zee door de aan Iran verbonden Jemen Houthi-troepen. Brent-olie werd verhandeld tegen $79,70 per vat, terwijl Amerikaanse ruwe olie met 0,81% daalde tot $73,62 per vat.